Oosters erfgoed
ZB Bibliotheek van Zeeland bezit een bescheiden collectie Oosterse erfgoed, ook wel genoemd ‘Exotica’ of ‘Niet-westerse handschriften’.
Deze term en de algemene typering zijn overgenomen van de universiteitsbibliotheek van Leiden. Sinds het einde van de 18e eeuw namen Zeeuwse wereldreizigers, dikwijls aangesloten bij het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, naast volkenkundige voorwerpen ook papieren documenten van hun reizen mee terug. In de loop der tijd is deze collectie, al naar gelang de kennis, smaak en middelen van de verzamelaars, gestadig aangegroeid.
Tegenwoordig kan de ZB op deze manier een veelzijdig bezit tonen met bijvoorbeeld Arabische religieuze handschriften uit Noord-Afrika en Indonesië, een Japanse codex, een Birmese kloostergave en een Perzische dichtbundel. Ook Hebreeuwse teksten worden tot de Oosterse bijzondere collecties gerekend. Behalve uiteenlopende originele handschriften, dikwijls met illustraties in levendige kleuren, levert deze collectie ook informatie op over de ontwikkeling van de westerse wetenschapstraditie. Secundaire literatuur heeft de ZB echter niet bij het Oosterse erfgoed ondergebracht.
Herkomst
Bij de verwerving is men thans zeer kritisch op de herkomst: is het geschrift op eerlijke wijze uit de thuislanden verkregen, of werd daar dwang toegepast? Is er sprake van wederrechtelijke toeëigening? Het is meestal praktisch onmogelijk om dat te achterhalen, wanneer certificaten, rekeningen en documenten ontbreken. Men moet erop vertrouwen dat de veilinghuizen en andere aanbieders het materiaal legaal op de markt gebracht hebben. Al met al zijn oosterse handschriften veiliger thuis in een openbare instelling, dan dat ze bij particulieren voor woekerbedragen gaan rondzwerven.
Boekdrukkunst
Het heeft lang geduurd eer de boekdrukkunst in Aziatische en Afrikaanse cultuurgebieden algemeen verspreid raakte. Aanvankelijk werden alleen in Europa zelf, bijvoorbeeld in de universiteitssteden Oxford en Leiden, drukletters voor niet-westerse schriftsoorten ontwikkeld. Die stonden ten dienste aan de wetenschap, economie of de christelijke zending. Talen die geen eigen schrift kenden, werden met Latijnse letters afgedrukt. In het Midden-Oosten werden pas in de 19e eeuw drukpersen voor het Arabische schrift ontwikkeld.
Phra Malai klon suat is het verhaal van een boeddhistische heilige die naar de hemel en de hel reisde, de Maitreya ontmoette en zijn inzichten met zijn leerlingen deelde. Deze grote leporello met aan weerszijden beschreven bladen, schilderingen vol mythologische figuren en randwerk werd in Thailand ter herinnering aan een overledene vervaardigd.
Op een perkamenten Ethiopische gebedsrol, vermoedelijk op een kerkelijk seminarie gemaakt, werd een engel over de tekst heen geschilderd. Dit is echter een voorbeeld van materiaal waarbij men tegenwoordig voorzichtigheid moet betrachten: hoe zijn deze rollen op de Europese markt gekomen?
De eerste twee pagina’s van een koran worden altijd met veel verfijnde arabesken en kalligrafische tekst versierd. Dit exemplaar werd in de 1e helft van de 18e eeuw met veel vlijt in het westen van Turkije met de hand uitgeschreven.
De collectie Oosters erfgoed maakt deel uit van de grote verzameling Handschriften.